Leerlingenzorg en -begeleiding, passend onderwijs
Uitgangspunten
De Amsterdamse MAVO is een kleine school waar iedere docent iedere leerling kent. Leerlingbegeleiding is daarom niet een zaak van specialisten, maar gaat het hele team aan. De begeleiding van leerlingen vindt in eerste aanleg plaats door de mentor. Hij of zij is altijd het eerste aanspreekpunt voor zowel leerlingen als ouders. Leerlingen die meer begeleiding nodig hebben dan vakdocent en mentor kunnen geven, worden aangemeld bij de zorgcoördinator. Als het nodig is, wordt het Zorg- en adviesteam (ZAT) ingeschakeld. Dit team bestaat uit zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werker, schoolarts en de leerplichtambtenaar.
In een enkel geval zal er meer tijd en expertise nodig zijn om tot een oplossing te komen. Er zal dan op school gezocht worden naar specifieke begeleiding door (externe) specialisten. De organisatie van de leerlingenzorg is terug te vinden in het zorgprofiel van de school.
Zorgprofiel
Met het oog op de Wet op het Passend onderwijs zijn de onderwijsbesturen in Amsterdam een Samenwerkingsverband (SWV) aangegaan. Binnen dit SWV definieert iedere school een eigen zorgprofiel (ook wel: schoolondersteuningsprofiel, SOP), waarin staat aangegeven op welke wijze de school invulling geeft aan het bieden van passend onderwijs en waar haar grenzen liggen. De komende periode zal in Amsterdam afstemming plaatsvinden tussen de verschillende scholen over het type zorg dat elke school kan bieden. Ook over de afschaffing van het leerling gebonden budget (“rugzakjes”) en over de nieuwe betalingsovereenkomst van zorgmiddelen zijn afspraken gemaakt met alle Amsterdamse VO scholen. De Amsterdamse MAVO kiest ervoor om een uitgesproken zorgprofiel met een specifieke expertise te gaan ontwikkelen, namelijk zorg op het gebied van seksuele identiteit en diversiteit.
Voor leerlingen met andere specifieke onderwijsbehoeften bieden wij het basisarrangement.